Gedeeltelijke vertaling van het boek The Victory of Reason, How Christianity Led to Freedom, Capitalism, and Western Success (De Overwinning van de Rede, Hoe Christendom leidde tot vrijheid, kapitalisme en westers succes) van Rodney Stark, Random House, 2005

Dit boek bewijst dat wetenschappelijke vooruitgang, democratie, vrije handel grotendeels vanwege het christendom is en het bestrijdt dat islam een grote bijdrage hieraan geleverd heeft ondanks dat dit laatste groots door sommige media wordt uitgevent.


Het lijkt erop dat islam een begrip van God toegeëigend heeft om de opkomst van de wetenschap te onderschrijven. Dat is niet zo. Allah wordt niet gepresenteerd als een wetmatige schepper maar wordt gezien als een uitermate actieve God die zich met de wereld bemoeit wanneer hij dat goed acht. Dit was aanleiding voor de formering van een grote theologische blokkade in islam die alle inspanningen veroordeelde om natuurwetten te formuleren als blasfemie in de zin dat zij Allah’s vrijheid tegenspreken om te handelen. Dus, de islam nam niet volledig de notie aan dat het universum liep volgens fundamentele principes die door God bij de schepping werden vastgelegd maar nam aan dat de wereld onderhouden werd door zijn wil op een continue basis. Dit werd gerechtvaardigd door de uitspraak in de koran dat “ God doet dwalen wie Hij wil en leidt recht wie Hij wil.” [Soera 35: 9] Hoewel de regel verwijst naar Gods determinatie van het lot van individuen, werd het breed geïnterpreteerd van toepassing te zijn op alle dingen.

Wanneer het onderwerp van islamitische wetenschap en geleerdheid ter sprake komt, benadrukken de meeste historici dat gedurende de eeuwen toen christelijk Europa feitelijk niet wist van Griekse geleerdheid, het levend en diep gewaardeerd werd in de islam. Dat is zeker waar, aangezien het feit is dat enkele klassieke manuscripten christelijk Europa bereikten via contact met de islam. Maar het bezit van al deze verlichting was geen aanleiding voor intellectuele vooruitgang binnen de islam, laat staan dat het uitliep in islamitische wetenschap. In plaats daarvan beschouwden moslimintellectuelen Griekse geleerdheid, in het bijzonder de werken van Aristoteles, als feitelijk Schrift om te worden geloofd in plaats van te worden gevolgd.

Grieks leren verstijfde alle kansen van de opkomst van een islamitische wetenschap vanwege dezelfde redenen zelf stagneerde: fundamentele aannames antithetisch tot wetenschap. De Rasa’il, de grote encyclopedie van kennis geproduceerd door vroege moslimgeleerden, omhelsde volledig het Griekse begrip van de wereld als een reusachtig, bewust, levend organisme die zowel intellect als een ziel heeft. Evenmin werden vooruitzichten meer bevorderlijk voor wetenschap bereikt door de gevierde moslimfilosoof Averroes en zijn studenten in de 12e eeuw, ondanks hun pogingen om alle moslimdoctrines van hun werk uit te sluiten, in direct conflict met die die de Rasa’il staande houdt. In plaats daarvan werden Averroes en zijn volgelingen onbuigzame en doctrinaire Arestotelianen proclamerend dat zijn natuurkunde volledig en onfeilbaar was en dat als een waarneming inconsistent was met een van Aristoteles gezichtspunten, de waarneming zeker onjuist of een illusie was.

Als gevolg van dit alles bereikten islamitische geleerden significante vooruitgang alleen in termen van specifieke kennis, zoals bepaalde aspecten van de astronomie en geneeskunst, die geen algemene theoretische basis vereisen. En met het verstrijken van de tijd, stopte ook dit soort vooruitgang.

Klaarblijkelijk, dan, en in tegenstelling tot de ontvangen wijsheid, plaatste de “ontdekking” van Grieks leren Europa niet terug op het pad naar wetenschap. Oordelend van de invloed van dit leren op de Grieken, de Romeinen en de moslims, lijkt het vitaal te zijn geweest dat Grieks leren niet algemeen aanwezig was tot nadat christelijke geleerden zelf een onafhankelijk intellectueel raamwerk hadden gemaakt. In feite, toen zij voor het eerst de werken van Aristoteles, Plato en de anderen tegenkwamen, waren middeleeuwse geleerden bereid en in staat om ze te betwijfelen! Het was in expliciete oppositie tot Aristoteles en andere klassieke schrijvers dat de Scholastici naar wetenschap stevenden. Omdat middeleeuwse geleerden buiten de wetenschappen (in het bijzonder degenen in de kunsten in speculatieve filosofie) dergelijke vurige aanbidders van de Griekse-Romeinse klassieken waren, bewezen veel van de grote wetenschappers van de 16e en 17e eeuw lippendienst aan hun “schulden” aan Aristoteles en anderen, maar hun werkelijke werk negeerde bijna alles dat de Grieken gezegd hadden over hoe de wereld werkt.

Dit is niet om de invloed van Griekse leren op christelijke theologie als ook op Europees intellectueel leven in het algemeen te bagatelliseren. Augustinus was erfgenaam van Griekse filosofie, en Aquinas en zijn metgezellen erkenden hun diepe schulden aan Hellenische geleerdheid. Maar de antiwetenschappelijke elementen van Grieks denken werden weerstaan door Augustinus en door de Scholastici, en lang voordat Grieks-Romeins leren begrensd werd tot Oudheidafdelingen, was het niet de filosofie van de wetenschappers. Hoewel het waar is (en voordurend geciteerd door classici) dat Newton in een brief aan Robert Hooke in 1675 opmerkte dat “als je verder kijkt (dan u en Descartes), het is vanwege het staan op de schouders van reuzen,” wordt een dergelijk hoogachting voor de klassieken niet uitgedrukt of weerspiegeld in zijn werk of in zijn gewoonlijke presentaties van zichzelf. In plaats daarvan bereikten Newton en zijn metgezellen hun doorbraken in duidelijke tegenstelling tot de Griekse “reuzen.” Wat de grote figuren onderdeel van de 16e en 17e eeuwse bloei van de wetenschap – onder wie Descartes, Galileo, Newton en Kepler – beleden was hun absoluut geloof in een schepper God, wiens werk rationele regels insloot om ontdekt te worden.

De opkomst van wetenschap was niet een uitbreiding van klassieke studie. Het was de natuurlijke uitwas van christelijke doctrine: de natuur bestaat omdat het door God was geschapen. Om God lief te hebben en te eren, is het noodzakelijk om volledig de wonderen van zijn handwerk te waarderen. Omdat God volmaakt is, functioneert zijn handwerk in overeenstemming met onveranderlijke principes. Door volledig gebruik van onze God-gegeven vermogen om te redeneren en waar te nemen, moet het mogelijk zijn om deze principes te ontdekken.

Dit waren de cruciale ideeën die uitleggen waarom wetenschap in christelijk Europa oprees en nergens anders.

(Pagina's 20-23)


Zie verder dit interview met Rodney Stark in het Katholiek Niewsblad