Onwettige djihaad gelegaliseerd in de koran en de vroege islam

De waarheid over de regels van islamitische oorlogvoering

James M. Arlandson

Islamitische woordvoerders die toegang hebben tot de nieuwsmedia misleiden het publiek over de djihaad.

De Council on American Moeslim Relations ( CAIR ) zegt in een artikel het volgende over de djihaad:

"Djihaad" betekent niet “heilige oorlog.” Letterlijk, djihaad betekent “streven”, “worstelen” en “inspanning”. Het is een centraal en veelomvattend islamitisch concept dat strijdt tegen je eigen kwade neigingen, dat worstelt om de levenskwaliteit in de maatschappij te verbeteren, dat strijdt op het slagveld voor zelfverdediging (b.v., - een permanent leger voor nationale defensie), of het strijden tegen tirannie of onderdrukking.

Het antwoord daarop is dat een moslim weliswaar djihaad voert over de excessen in zijn ziel of over zijn ongeloof door vredelievende middelen zoals argumentatie, maar dat djihaad ook een militaire, agressieve oorlog betekent.

Bovendien zijn de artikelen die beweren dat djihaad de strijd is om de "levenskwaliteit te verbeteren" of de strijd tegen "tirannie en onderdrukking", dubbelzinnig. De islam geeft de wil van Allah weer en de djihaad bestrijdt alles dat in zijn weg staat.

Wanneer men de koran, de hadith (verslagen van de woorden en daden van Mohammed buiten de koran om), de geschiedenissen, de biografieën en de wetboeken van de vroege islam nauwkeurig leest, kan djihaad militaire oorlogvoering, om de islam te verbreiden voor de zaak van Allah, niet uitsluiten.

Hier volgt hoe djihaad in de vroege islam werd gevoerd.

De koran

De koran is de ultieme bron voor de latere wetgeving. Deze wordt beschouwd als zijnde volledig betrouwbaar en zonder fouten. Wat zegt de koran over djihaad?

Wat is het ultieme doel van djihaad?

Een complex begrip als djihaad kan veel doeleinden hebben en één daarvan komt pas laat in Mohammeds leven in Medina naar voren en vat het doel het beste samen. Hij wil de islam elke godsdienst laten overheersen.

Soera 9:33 Hij is het Die Zijn Boodschapper [Mohammed] heeft gezonden met de leiding en de ware godsdienst, om deze te doen zegevieren over alle godsdiensten, ook al hebben de veelgodenaanbidders [ Moesjhrikoen: dat wil zeggen polytheïsten, ongelovigen, afgodsdienaars, zij die niet in de eenheid van Allah geloven]er een afkeer van. (Siregar, de aantekeningen tussen teksthaken zijn van ons)

Dit vers wordt woord voor woord twee keer herhaald, in soera’s 61:9 en 48:28. Mohammed wil duidelijk zaken doen.

Het Arabische woord voor “om te doen zegevieren” komt uit de stam z-h-r, wat betekent “anders, duidelijk, opvallend, of manifest worden; zich verhogen; de meerdere zijn.” Het kan ook betekenen “triomf” of “overwinnend” of “overheersen.”

Zoekers en nieuwsgierigen naar de islam moeten de volgende brute feiten goed begrijpen als zij de koran lezen: in de tien jaar dat Mohammed in Medina woonde (622-632 na Christus), stuurde hij (of leidde hij zelf) 74 kleine moordsquadrons, rooftochten, expedities, kleine veldslagen tot volledige oorlogen zoals de Taboekkruistocht in het jaar 630 na Christus, waarin Mohammed 30.000 soldaten naar het noorden leidde om het Byzantijnse imperium binnen te vallen. Soms kwam er geen geweld aan te pas, maar meestal wel. Alle verzen (en er zijn slechts enkele) in de Medinaanse soera’s die van vrede en tolerantie spreken, moeten gelezen worden binnen deze agressieve historische context. Niet ver van de paar tolerante verzen vandaan zal de lezer onverdraagzame en agressieve verzen vinden.

Soera 9:33 voorspelt eenvoudigweg de verovering van de islam over alle godsdiensten. De islam moet de wereld overheersen door de djihaad.

Voor een meer gedetailleerde analyse en de letterlijke en historische contexten van dit vers en van soera’s 61:9 en 48:28, zie dit artikel.

Wat zijn sommige regels van de djihaad?

Deze regels zijn genummerd voor de duidelijkheid, niet naar prioriteit.

1. Overwonnen vrouwen en de kinderen mogen to slaaf gemaakt worden.

In het jaar 627 na Christus weerstonden Mohammed en zijn aanhangers en bondgenoten een groot leger van de Mekkanen en hun bondgenoten, zonder dat het tot een gevecht kwam. De Mekkanen vielen Mohammed aan omdat zij genoeg hadden van zijn aanvallen tegen hun handelskaravanen. Mohammed groef loopgraven in plaatsen rond Medina om het voordeel dat de Mekkaanse cavalerie had, op te heffen. Na een ongeveer een maand trokken de Mekkanen zich terug vanwege een komst van een jaarmarkt die geld opbracht door de vele bezoekers van heinde en ver. Maar Mohammed was nog niet klaar. Terwijl hij een bad nam, verscheen naar verluidt, de aartsengel Gabriël die tegen hem zei om de grote joodse Qoeraiza-stam aan te vallen. Hij omsingelde hen in hun vesting en na enige onderhandelingen en een “rechtszitting,” werden de mannen onthoofd, hun lichamen en hoofden weggesleept en in de loopgraven gegooid, terwijl de vrouwen en kinderen als slaven werden verkocht.

Deze volgende drie verzen in soera 33, met name vers 26, behandelen deze onverdedigbare wreedheid:

33:25-27 25. En Allah dreef de ongelovigen en hun woede (over hun verlies) terug; zij bereikten niets van het goede. En Allah hield (de ongelovigen) af van de gelovigen in de strijd. En Allah is Sterk, Almachtig. 26. En Hij zond degenen die hen (de bondgenoten) steunden van de Lieden van de Schrift van hun forten naar beneden. En Hij wierp angst in hun harten. Jullie doodden een groep (mannen) en jullie namen een groep (vrouwen en kinderen) gevangen. 27. En Hij deed jullie hun land en hun huizen en hun bezittingen erven en een land dat jullie nog niet betreden hebben. En Allah is Almachtig over alle zaken. (Siregar)

Deze verzen schijnen dood en verovering te vieren. Het belangrijkste stamwoord tussen haakjes, q-t-l of qital of qatala, betekent doden, oorlog voeren, en afslachten. Deze betekenis is veel beperkter dan djihaad, hoewel dit laatste woord eveneens doden, oorlog voeren, of afslachten kan betekenen. Vervolgens staat Allah toe dat vrouwen en kinderen van de Qoeraiza-stam tot slaaf gemaakt worden, zodat latere moslims vertrouwd met de achtergrond van dit vers van hun profeet deze praktijk zullen volgen. Tot slot staat Allah Mohammed toe om alle veroverde eigendommen van de joodse stam in bezit te nemen. Dit is een dubieuze openbaring en beredenering. Allah spreekt en Mohammed profiteert. Dit gebeurt al te vaak in Mohammeds leven.

Het verkopen van mensen in slavernij resulteerde in veel rijkdom, en dus ontving de door Alah-geïnspireerde profeet nooit een openbaring dat deze praktijk definitief en voor altijd zou moeten ophouden.

Het is begrijpelijk dat moslim apologeten (verdedigers van de islam) deze wreedheid tegen de Qoeraiza-stam snel wegverklaren, maar hun standaard defensielijnen worden hier beantwoord (scroll naar beneden naar “Politiek, oorlogvoering en verovering,” en ga naar nr. 5).

2. Gevangenen vrouwen worden soms gedwongen hun moslimmeesters te huwen, ongeacht de echtelijke status van de vrouwen. Dat wil zeggen dat de meesters geslachtsgemeenschap mogen hebben met hun tot slaven gemaakte seksobjecten.

Sayyid Aboel A’La Maududi, een zeer gerespecteerde moslimcommentator, herinnert ons aan de historische context van de volgende soera waarin Mohammed regels voorschrijft voor zijn volgelingen twee tot vijf jaar na zijn hidjrah (emigratie) in het jaar 622 na Christus. Hij schrijft huwelijkswetten voor. Wat gebeurt er met slavenvrouwen die tijdens de frequente moslimaanvallen worden gevangen? Soera 4:24 zegt:

En het is u verboden gehuwde vrouwen van andere bevolkingsgroepen te nemen, behalve zij die in uw handen zijn gevallen (als krijgsgevangenen). . . (Sayyid A’La Aboel Maududi, The Meaning of the Quran, vol. 1, p. 319).

Maududi zegt in zijn commentaar op het vers dat het wettig is voor moslims om vrouwelijke krijgsgevangenen te huwen, zelfs wanneer hun echtgenoten nog in leven zijn. Maar wat gebeurt er als de echtgenoten met hun vrouwen worden gevangen? Maududi haalt een rechtsschool aan die zegt dat moslims hen niet mogen huwen. Twee andere scholen echter, in het bijzonder die in het kader van “klassieke rechtsadviezen”, die hieronder worden geanalyseerd, zeggen dat het huwelijk tussen de gevangen echtgenoten en hun vrouwen verbroken is (voetnoot 44). Maar waarom moeten we hierover eigenlijk debatteren? Het antwoord is duidelijk voor iedereen die de basisbeginselen van rechtspraak begrijpt. Geen geslachtsgemeenschap of huwelijk mag plaatsvinden tussen gehuwde vrouwelijke krijgsgevangenen en hun overweldigers. Zo ook hier; geen geslachtsgemeenschap of huwelijk tussen de vrouwelijke gevangenen en hun moslimmeesters. Maar de islam handelt te vaak in onrechtvaardigheden, zoals we met de Qoeraiza-stam hebben gezien.

De islam staat grove immoraliteit toe met vrouwen die zich in een meest hulpeloze situatie bevinden. Deze misdaad is afkeurenswaardig, desalniettemin staat Allah het toe – zo zegt de koran.  

In het volgende belangrijke gedeelte laat de hadith zien dat moslim-djihadisten werkelijk seksuele omgang hebben met de gevangen vrouwen, of zij nou getrouwd zijn of niet.

3. Een gevangen vijand mag worden gedood, voor geld worden vrijgekocht, worden uitgeruild, tot slaaf worden gemaakt, of worden vrijgelaten.

Soera 33:26 spreekt over het doden van gevangen mannen en het tot slaven maken van vrouwen en kinderen (hetzelfde is van toepassing in andere veldslagen, zoals de hadith en de geschiedenis aantonen). Een eerder vers in dezelfde soera zegt dat, nadat de gevangenen stevig zijn vastgebonden, zij mogen worden vrijgelaten of door losgeld mogen worden vrijgekocht.

47:4 Wanneer jullie degenen die ongelovig zijn (op het slachtveld) ontmoeten: doodt hen. Wanneer jullie hen verslagen hebben: bindt (de gevangenen) dan stevig vast, of laat (hen) vrij of vrij (na) een losgeld, tot de oorlog voorbij is. Zo is het. (Siregar)

Opsluiting is gerechtvaardigd als de gevangen vijand later kan terugkomen om de strijd tegen de overwinnaars te herhalen. Maar het verkopen van krijgsgevangenen in slavernij of terug naar hun stam was een Arabische gewoonte die Allah in een openbaring aan zijn profeet had moeten afschaffen. Maar waarom zou Mohammed deze rechtvaardige openbaring ontvangen als er geld verdiend kon worden door gevangenen te laten vrijkopen of hen te verkopen als slaven?

Allah zou deze optie moeten wegnemen en uitsluitend vrijlating of gevangenneming hebben moeten toestaan.

4. De gevangenen wordt toegestaan (of gedwongen) zich te bekeren.

In soera 8, die gaat over de slag van Badr in het jaar 624 na Christus, stelt Mohammed de volgende keuzes aan zijn gevangenen voor.

8:70 O Profeet, zeg tot de gevangenen die zich in jouw handen bevinden: “Als Allah doet weten dat er iets van goedheid in jullie harten is, dan zal Hij jullie iets beters geven dan wat van jullie is afgenomen [de karavaan], en dan zal Hij jullie vergeven.” (Siregar)

Mohammed zegt tegen hen dat als de veroverde Mekkanen beter zouden weten, zij zich zouden realiseren dat Allah een goddelijk plan had: hen met de islam kennis te laten maken. Dat is beter dan alle materiële rijkdom waarin zij handel bedrijven. Het is echter niet moeilijk je een Mekkaan voor te stellen die binnensmonds zou mompelen dat hij er de voorkeur aan zou geven zijn geld en goederen te nemen en terug te keren naar Mekka, en dat Mohammed zou moeten ophouden de handelsvoerende Mekkanen lastig te vallen.

Ook is het lachwekkend van de profeet om alleen de islam aan te bieden in ruil voor de materiële goederen van de Mekkanen. Het verkondigen van een religie aan gevangenen en het rechtvaardigen van de agressieve veldslag van Badr die de Mekkanen van hun karavaan beroofde, is verkeerd. Waarom niet hun goederen teruggeven? Waarom überhaupt deze aanval?

5. Is het gewettigd om oude mensen en christelijke monniken te doden?

Eén rechtsschool in de sectie “klassieke rechtsadviezen”, hieronder, zegt dat het gewettigd is om oude mensen en monniken te doden. Hoe komen zij aan deze opvatting? Herinner dat soera 33:26 zegt dat alle mannen van de Qoeraiza-stam werden gedood, dus alleen al dit vers rechtvaardigt deze wreedheid. Het is wellicht mogelijk dat de rechtsschool die in de sectie “klassieke rechtsadviezen” hieronder wordt geanalyseerd, de dood van monniken vanuit de volgende twee teksten rechtvaardigt.

Ten eerste zegt Allah in soera 9 om joden en christenen of mensen van het Boek te bestrijden, waarvan de historische context hierboven is besproken (Wat is de ultieme doel van de djihaad?):

9:29 Doodt [ q-t-l] hen dan die niet in Allah en het Hiernamaals geloven en die niet voor verboden houden wat Allah en zijn Boodschapper verboden hebben verklaard; en zij die de godsdienst van de Waarheid niet als godsdienst nemen, van hen aan wie de Schrift is gegeven, totdat zij het beschermgeld ( Djizyah) betalen, naar vermogen, terwijl zij onderdanig zijn. (Siregar)

Vervolgens veroordeelt Mohammed in dezelfde soera priesters en monniken die het bezit van mensen verkwanselen en hen van de weg naar Allah afhouden (lees: bekeren tot de islam):

9:34 O jullie die geloven, voorwaar, velen van de schriftgeleerden en de monniken veteren de bezittingen van de mensen op onrechtmatige wijze en zij houden (hen) af van de Weg van Allah. En zij die het goud en het zilver oppotten en niet besteden op de Weg van Allah: verkondig hen over een pijnlijke bestraffing. (Siregar)

Het is waar dat Mohammed verder gaat met het verklaren van een eeuwige straf in de hel voor monniken (v. 35), maar het is niet te vergezocht om te geloven dat een strikte rechtsschool dit bevel om de mensen van het Boek te bestrijden (vers 29) combineert met de veroordeling van onrechtvaardige en gierige monniken. Waarom zouden deze monniken niet als eersten gedood moeten worden in een gevecht? Echter, het kan ook zijn dat de strikte rechtsschool hun dood eenvoudig rechtvaardigt omdat zij christelijke leiders zijn.

6. Stelen mag.

Mohammed voerde de slag van Badr in het jaar 624 na Christus, waarin zo’n 320 moslims een verrassingsoverwinning behaalden over ongeveer 1000 Mekkanen. Hun karavaan was op de terugreis naar het zuiden van Syrië naar Mekka en Mohammed was van plan om de karavaan te overvallen. De Mekkanen kregen lucht van deze overval en stuurden hun leger naar hun karavaan ter ondersteuning. Soera 8 gaat over deze beruchte slag en dit vers zegt dat Mohammed de ongewapende groep wilde (de grote karavaan), maar Allah gaf hem niet alleen die karavaan, maar ook de bewapende groep (het leger) opdat de waarheid zou zegevieren.

8:7 En (gedenkt) toen Allah jullie [de gelovigen] beloofde dat er één van de twee groepen (van jullie vijanden [de Mekkanen]) zeker voor jullie (als tegenstander) zou zijn. En jullie wensten dat zij die geen wapens bij zich droegen voor jullie (als tegenstanders) zouden zijn. Maar Allah wenst dat de Waarheid bewaarheid wordt door zijn Woorden en Hij roeit de ongelovigen uit. (Siregar)

Dit vers zegt dat alleen de moslims de karavaan of de materiële goederen wilden, terwijl Mohammed boven dit soort futiliteiten uitrees. Maar de geschiedenis en het gezonde verstand zeggen dat ook hij uit was op de materiële goederen. En zo niet, dan had hij alle goederen moeten teruggegeven. Het is altijd dubieus om Gods waarheid te verbinden aan een militaire overwinning, maar ongeacht dat, want Mohammed confisqueerde een reusachtige karavaan en was nu rijker dan ooit.

We moeten ook de hierboven geciteerde soera 33:27 niet over het hoofd zien, die alle bezittingen van de Qoeraiza-stam belooft:

33:27 En Hij deed jullie hun land en hun huizen en hun bezittingen erven en een land dat jullie nog niet betreden hebben. En Allah is Almachtig over alle zaken. (Siregar)

Het woord “nalaten” is een eufemisme voor “gestolen” door verovering. Zoals reeds eerder vermeld, zijn er in Mohammeds leven dikwijls toevallige openbaringen op het juiste moment die hem materieel ten goede kwamen.

7. Fruitbomen mogen worden vernietigd.

In het jaar 625 na Christus is Mohammed sterk genoeg om de joodse Nadir-stam te verbannen, door gedurende vijftien dagen hun bolwerken te omsingelen voordat hij hun levensonderhoud, hun dadelpalmen, begon te vernietigen. Hun levensonderhoud werd vernietigd, gevolgd door diefstal, waarna zij vertrokken naar de stad van Chaibar, zeventig mijl naar het noorden, waar zij land bezaten. Deze overname verlichtte de armoede van veel moslims, die hun dadelboomgaarden confisqueerden.

Soera 59 rechtvaardigt zijn onwettige daad:

59:5 Wat jullie [de gelovigen] omhakken van de dadelpalmen of wat jullie op hun wortels laten staan; het gebeurde met toestemming van Allah. En zodat Allah de zwaar zondigen vergeldt. (Siregar)

Dit is weer een toevallige openbaring op het juiste moment met als doel het onrechtvaardige te rechtvaardigen. Latere moslimstrijders kunnen deze praktijk gebruiken om andere waardevolle bezittingen van burgers te vernietigen. Dit is onredelijk van Allah en zijn profeet.

Zie dit artikel voor meer details over het conflict met de Nadir-stam.

8. Huizen mogen vernietigd worden.

In dezelfde soera vernietigt Mohammed de huizen van de Nadir-stam.

59:2 Toen kwam (de bestraffing van) Allah tot hen [de joden van de Nadir-stam] van waar zij het niet vermoedden, en Hij wierp grote angst in hun harten. Zij verwoestten hun huizen met hun eigen handen en (die werden verwoest) door de handen van de gelovigen. (Siregar)

Een klassiek standpunt van één rechtsschool (zie hieronder “klassieke rechtsadviezen”) onderschrijft dit vers en zegt dat huizen vernietigd mogen worden. Ook dit is onrechtvaardig van de door openbaringen doordrenkte religie van de islam.

9. Drie keuzes worden aan de vijand opgelegd. Herinner dat, met instemming van moslimvertalers, soera 9:29 enige voorwaarden stelt aan de mensen van het Boek, wanneer een moslimleger zich buiten hun stadspoort verzamelt:

(1) Strijd en sterf; (2) bekeer je; (3) houdt je godsdienst, maar betaal de djizja-belasting, waarvan moslim-apologeten (verdedigers) zeggen dat het ter “bescherming” is en voor het “voorrecht” te mogen leven onder de islam (lees: niet opnieuw te worden aangevallen).

Verder kan Mohammed niet gaan met het dwingen van de vijand om zich te bekeren. Dit beleid wordt verder uitgewerkt en toegepast nadat Mohammed sterft aan koorts in het jaar 632 na Christus, en het beleid zal zich niet altijd houden aan de letter van de wet.

Wat gebeurt er met de buit in de djihaad?

Zoals reeds opgemerkt in de vorige gedeelte, behandelt soera 8 de verrassingsoverwinning van de moslims over de Mekkanen bij de slag van Badr in het jaar 624 na Christus. De Arabische gewoonte vereiste dat na hun overwinning, de strijders een aandeel van de oorlogsbuit zouden krijgen. Mohammed zegt in soera 8:41, “weet dat … één vijfde deel ervan [oorlogsbuit] is voor Allah en voor de Boodschapper”. Dat wil zeggen dat Mohammed twintig procent krijgt voor zichzelf en de behoeftigen in zijn gemeenschap. De strijders krijgen tachtig procent.

Deze distributie van tachtig procent is een sterke aansporing om de Arabische gewoonte van overvallen in leven te houden. Waarom zou Mohammed een openbaring krijgen waarin hem wordt verteld de weg van vrede te volgen zonder oorlogvoering en aanvallen? Twintig procent voor hem en tachtig procent voor zijn strijders spreken een luidere taal dan Gabriël.

Wat gebeurt er met de martelaars in de djihaad?

Martelaars krijgen de garantie dat zij linea recta naar het islamitische paradijs   gaan. Hun sterven worden afgeschilderd in economische termen. Als zij een waardevol leven lijden, zal Allah hen inruilen voor hemelse islamitische tuinen.

61:10 -12 10. O jullie die geloven, zal ik jullie een handel tonen die jullie van een pijnlijke bestraffing redding kan? 11. (Het is) dat jullie in Allah en Zijn Boodschapper geloven en jullie op de Weg van Allah strijden met jullie bezittingen en jullie zielen. Dat is beter voor jullie, als jullie het wisten! 12. Hij vergeeft jullie zonden en doet jullie Tuinen (het Paradijs) binnengaan waar de rivieren onder door stromen. En (Hij schenkt) een goede woonplaats in de Tuin van ‘ Adn. Dat is de geweldige overwinning. (Siregar)

Moslims die strijden ( j-h-d) voor de zaak van Allah zullen ofwel de slag winnen, zodat zij wat van de oorlogsbuit kunnen ontvangen, ofwel sterven en hun zonden worden vergeven en toegelaten worden tot de islamitische hemel.

Soera 9:111 beschrijft de verkoopsvoorwaarden.

9:111. Voorwaar, Allah heeft van de gelovigen hun levens en bezittingen gekocht omdat er voor hen het Paradijs is. Zij strijden [ q-t-l], op de Weg van Allah, zodat zij doden [ q-t-l] en gedood worden [ q-t-l], als een belofte waar Hij Zich aan heeft verbonden, een Waarheid (die staat vermeld) in de Taurât en de Indjîl en de Koran. En wie is zijn belofte meer trouw dan Allah? Verheugt jullie daarom over jullie koop die jullie met Hem hebben gesloten. En dat is de geweldige overwinning. (Siregar)

Twee dingen moeten hier opgemerkt worden. Ten eerste, de stam q-t-l wordt drie keer gebruikt in dit korte vers. Qital of qatala, zoals beschreven in de sectie “Wat zijn sommige regels van de djihaad?" , betekent doden, oorlog voeren, en slachten en is daarom minder dubbelzinnig of heeft een beperktere betekenis dan djihaad, hoewel met dit laatstgenoemde woord eveneens diezelfde bloedige handelingen kunnen worden aangeduid.

Dus als moslimapologeten (verdedigers) de djihaad (weg)verklaren als vredelievend, dan houden zij geen rekening met het vaakgebruikte woord qital.

Voor de historische en letterlijke contexten en een meer uitgebreide analyse van soera’s 61:10 en 9:111, zie dit artikel.

Dit is reden genoeg voor overweldigde en verwarde jonge mensen om zich bij de islam aan te sluiten en te worden geradicaliseerd.

De hadieth

De hadith zijn de verslagen van de woorden en de daden van Mohammed buiten koran. De drie meest betrouwbare verzamelaars en redacteurs van de hadith zijn Boechari († 870), Moeslim († 875), en Aboe Dawoed (†875). De koran en de hadith zijn de funderingen voor de latere rechtspraak.

Wat is het doel van de djihaad?

Deze vraag wordt in de hadith op dezelfde manier beantwoord als in de koran. De islam moet over alle andere godsdiensten superieur worden gemaakt.

Een man kwam tot de profeet en vroeg: “Een man vecht voor oorlogsbuit; een andere voor beroemdheid en een derde om op te vallen; wie van hen vecht in de zaak van Allah?” De profeet zei: “Hij die vecht dat het woord van Allah (d.w.z. de islam) superieur moet zijn, vecht in de zaak van Allah.” (Boechari, Djihaad, Volume 4, Boek 52, Nummer 65)

De godsdienst van Allah moet superieur worden over alle andere godsdiensten, een opdracht dat hierboven in soera’s 61:9 en 9:111 als een echo weerklinkt.

De volgende overlevering zegt dat Mohammed iedereen zal bestrijden totdat zij erkennen dat Allah God is en Mohammed zijn boodschapper.

De boodschapper van Allah [Mohammed] zei: “Ik ben opgedragen (door Allah) om tegen mensen te strijden totdat zij zeggen…. (niemand heeft het recht om vereerd te worden, behalve Allah), en eenieder die [dit] zegt, redt zijn leven en bezittingen van mij, behalve dat wat de islamitische wet vereist, en Allah zal rekening met hem houden. (Boechari, Djihaad, Volume 4, Boek 52, Nummer 196)

Het is de wil van Allah dat de islam over de hele wereld verspreid wordt en hem overheerst. Als mensen zich tot de islam bekeren, zijn hun bezittingen en levens veilig.

Wat zijn sommige regels van de djihaad?

De regels zijn genummerd voor de duidelijkheid, niet volgens prioriteit. Zij bespreken dezelfde onderwerpen als in de vorige gedeelte over de koran, met een paar uitzonderingen.

1. Behalve dat vrouwen tot slavinnen gemaakt worden, zijn zij onderworpen aan seks met hun nieuwe moslimmeesters.

Ali, Mohammed's neef en schoonzoon, beëindigde zojuist een ontspannend bad. Waarom?

De profeet stuurde Ali naar Khalid om de Choemoes (deel van de buit) te brengen en….Ali had een bad genomen (na seksuele omgang met een slavin van de Choemoes).

Wat was de reactie van Mohammed op iemand die Ali haatte vanwege deze seksuele handeling? “Haat u Ali hiervoor? ... Haat hem niet, want hij verdient meer dan dat van de Choemoes” (Boechari, Oorlogexpedities, Volume 5, Boek 59, Nummer 637)

Choemoes is één-vijfde van de oorlogsbuit, en Mohammed gelooft terloops dat de slavinnen die daarvan deel uitmaken als seksueel eigendom kunnen worden behandeld. Ali is een moslimheld. Waarom zou dan de profeet zijn schoonzoon berispen, die getrouwd was met zijn dochter Fatima, van zijn eerste vrouw Chadidja? Zijn slavinnen tenslotte niet seksuele wezens waar eerlijk op gejaagd kan worden?

2. Hetzelfde seksuele misbruik overkwam de vrouwen die deel uitmaakten van het viervijfde van de oorlogsbuit. De djihadisten beoefenden gewoonlijk coïtus interruptus als zij hun slavinnen verkrachtten.

Tijdens een militaire campagne, als ze bij hun vrouwen vandaan waren, ontvingen moslim-djihadisten “gevangenen vanuit de Arabische gevangenen en wij wensten vrouwen en onthouding werd moeilijk voor ons en wij hielden ervan om coïtus interruptus te bedrijven.” Zij vroegen de heilige profeet hierover, en het is belangrijk om nota te nemen van dat wat hij niet zei. Hij berispte hen niet, noch belemmerde hij deze immorele praktijk, door het haram (verboden) te verklaren. In plaat daarvan raakt hij verloren in theologische beschouwingen en een eigenaardige doctrine betreffende lotsbepaling:

“Het is beter voor u niet dit te doen, want als een ziel (tot de Dag van Opstanding ) bestemd is te bestaan, zal het bestaan.”

Dat wil zeggen dat deze vragende moslims moeten ophouden met het plegen van coïtus interruptus, maar in plaats daarvan de geslachtsdaad volledig moeten voltooien met de tot slavinnen gemaakte seksobjecten. Het lot bepaalt wel wie geboren wordt. (Boechari, Militaire expedities, Volume 5, Boek 59, Nummer 459).

Het is al erg genoeg dat sommige soldaten uit zichzelf vrouwen verkrachten. Alle legers hebben misdadige soldaten die deze fout begaan. Maar het is een totaal ander verhaal om verkrachting in een heilige tekst vast te leggen. De islam legt verkrachting in een wet vast en legaliseert verkrachting voor veroverende djihadisten.

3. In één overlevering wordt gezegd dat vrouwen en de kinderen niet mogen worden gedood (Boechari, Djihaad, no’s 3014-3105; Moeslim no’s 4319-4320; Aboe Dawoed, no. 2662). Maar dit maakt vanuit economisch perspectief zin, omdat de overwinnaars hen in slavernij kunnen verkopen of meer seksuele losbandigheid van hen te genieten.

4. In een andere overlevering is het echter toegestaan om vrouwen en kinderen van polytheïsten te doden tijdens nachtelijke aanvallen wanneer er weinig zicht is.

Een moslim vroeg Mohammed “over de polytheïsten wiens nederzettingen waren aangevallen bij nacht toen sommige van hun kinderen en vrouwen waren gedood. De profeet …. zei: Zij zijn van hen” (Aboe Dawoed no. 2666; Boechari, Djihaad, no. 3012; Moeslim no’s 4321-4323). Dat wil zeggen, zij zijn allen dezelfden – zij zijn polytheïsten, genoeg daarover. Ahmad Hasan, the vertaler van Aboe Dawoed, en Abdul Hamid Siddiqi, de vertaler van Moeslim, voegen daar snel aan toe dat het doden ’s nachts plaats vond wanneer mannen, vrouwen en kinderen niet van elkaar te onderscheiden waren. Dit is echter een wrange geruststelling voor de gedode vrouwen en kinderen. Een door Allah geïnspireerde profeet zou op zijn minst voorzichtiger moeten zijn.

Als het waarschijnlijk zou zijn dat vrouwen en kinderen tijdens een nachtelijke aanval gedood konden worden, had Mohammed deze ontijdige aanvallen moeten verbieden.

5. De vijand mag worden gedood, tot slaaf worden gemaakt, vrijgekocht, vrijgelaten of geslagen worden.

Aboe Dawoed zegt dat een gevangen vijand mag worden gedood (nr. 2680); hij mag in kettingen worden gelegd als een slaaf (nr. 2671-2674); hij mag worden geslagen om informatie uit hem te krijgen (nr. 2675); hij mag worden vrijgelaten (nr. 2682-2683), of hij kan vrijgekocht worden; dat wil zeggen dat hij zijn vrijheid mag afkopen ( no’s 2684-2688).

Ibn Ishaq (†767) is geen verzamelaar en redacteur van de hadith, maar hij is een vroege biograaf van Mohammed; hij leefde een eeuw vóór de drie hadithredacteurs die in dit gedeelte worden genoemd. Zijn boek, The Life of Muhammad, (vertaling A. Guillaume, Oxford UP, 1955), is een belangrijke bron voor latere betrouwbare historici. Hij vermeldt over een onbekend incident dat plaats vond in het jaar 628 tijdens de invasie van de heilige profeet van Chaibar een voornamelijk joodse stad. Om informatie te verkrijgen waar de schatten van de stad verborgen waren, martelde Mohammed een onfortuinlijke burger.

6. Mensen mogen (of worden gedwongen) zich (te) bekeren.

Weliswaar mag een niet-moslim zich tot de islam bekeren wanneer hij maar wil, maar de islam heeft een groot probleem als vreemde legers hun predikers met hun boodschap begeleiden.

Het gedeelte in Boechari, dat in het hoofdstuk “Wat is het ultieme doel van de djihaad?”wordt aangehaald, zegt dat Mohammed door Allah werd bevolen om mensen op te roepen zich tot de islam te bekeren (Jihad, nr. 2946; cf. nrs. 25 en 1399). Als zij zich bekeren, dan zullen hun levens en bezittingen gespaard worden. Deze ahadieth van Boechari geven hetzelfde aanbod: Jihad, nrs. 2937..2940..3010, 3058.

Dit is de uiteindelijke opdracht van Mohammed: breng de volledige wereld onder de islam, de beste godsdienst die Allah – de god van het Arabisch schiereiland – heeft te bieden.Het probleem met deze opdracht is dat er altijd een moslimleger van verre of dichtbij klaarstaat bij deze zogenaamde “vrijheid van godsdienst.” Slechts de sterksten van de sterken kon zich tegen dit aanbod verweren.

7. In de islamitische oorlog mogen oude mensen worden gedood die polytheïst zijn.

“Doodt de oude mannen die polytheïsten zijn, maar spaar hun kinderen” (Aboe Dawoed, boek 14, nummer 2664). De vertaler van deze hadithverzameling zegt dat zwakke oude mannen niet gedood mogen worden, maar hoe mag men van een strijder verwachten dat hij ze, met uitzondering van extreme gevallen, van elkaar kan onderscheiden?

De islam wandelt of op de rand van moraliteit en immoraliteit, of het dwaalt te vaak af in immorele daden.

8. Goederen mogen gestolen worden.

In het hoofdstuk “Wat is het ultieme doel van de djihaad?” , zegt een hadieth dat Mohammed door zijn god is opgedragen dat hij net zo lang moet vechten totdat iedereen zegt dat Allah God is en Mohammed zijn boodschapper. Als zij dat doen, dan zijn hun bezittingen en levens veilig (Boechari, Jihad, nr. 2946; cf. nrs. 25 en 1399).Er wordt vaak gezegd dat de islam geen bekeringen afdwingt. Maar alleen de sterksten onder de sterken kunnen zich tegen deze bedreiging verweren. Als zij zich niet onderwerpen aan dit goddelijke bevel, dan verliezen zij hun bezittingen en hun leven. Dit is feitelijk gebeurd tijdens de frequente aanvallen en de oorlogen van de eerste moslims.

De regel dat “de overwinnaars de oorlogsbuit krijgen” past niet in een godsdienst.

9. Fruitbomen mogen vernietigd worden.

Men dient zich te herinneren dat Mohammed de joodse Nadir-stam omsingelde, en zij gaven zich uiteindelijk over toen hij bezig was met het vernietigen van hun dadelpalmboomgaarden en huizen. De volgende hadiths verwijzen naar deze historische gebeurtenis en keuren het goed: Moeslim nrs. 4324-4326; Aboe Dawoed nr. 2609).

Dit is ook onrechtvaardig omdat, bij analogie, djihadisten nu ook andere voedselbronnen onder de burgers mogen vernietigen.

10. Drie keuzes worden opgelegd aan de veroverden.

De hadithverzamelaar en redacteur Moeslim zegt dat Mohammed zijn djihadisten aanspoorde om drie keuzes te bieden wanneer hun leger een stad of nederzetting omsingelde: (1) de omsingelde vijand kan zich bekeren; (2) zij mogen weigeren om zich tot de islam te bekeren en de djizja of beschermingsbelasting betalen, die toestaat om niet-moslims te laten leven onder de “bescherming” van de islam (lees: niet opnieuw aangevallen te worden); of (3) zij moeten worden bevochten als zij de eerste twee weigeren (nr. 4294; zie Aboe Dawoed nr. 2606). Deze drie keuzes worden voorgelegd aan polytheïsten, zoals vermeld in Moeslims hadieth, maar de geschiedenis toont aan dat zij ofwel overwonnen ofwel gedood werden. De tweede keuze werd hen niet geboden. Maar alle drie keuzes werden wel aangeboden aan de mensen van het Boek, oftewel de joden en christenen (soera 9:29).

Wat gebeurt er met de buit van de djihaad?

In de hadithverzameling die door Boechari werd uitgegeven, wordt een volledig gedeelte genoemd “Het boek van de verplichte Choemoes”. Dit laatste woord betekent éénvijfde van de oorlogsbuit. Dus twintig procent gaat naar Mohammed of de staat, en tachtig procent gaat naar het leger.

Echter, deze tachtig procent kunnen volgens verschillende richtlijnen worden verdeeld. Een cavalerist krijgt drie delen, terwijl een infanterist er slechts twee krijgt (Aboe Dawoed nrs. 2728-2730). Een andere overlevering zegt dat de buit als volgt werd verdeeld: twee delen voor een cavalerist, en één voor de voetsoldaat (Moslim nr. 4358).

De islam, door Allah en Mohammed geleid, neemt naar men zegt de klassenhiërarchie weg, maar deze ongelijke verdeling houdt dat duidelijk in ‘t leven. Paarden waren duur, zodat alleen de hogere klassen zich er één konden veroorloven, vooral om ermee een oorlog in te gaan. Maar hun aandeel is veel groter dan dat van de bescheiden infanterist.

Wat gebeurt met de martelaars in de djihaad?

De hadith, net zoals de koran, belooft het islamitisch paradijs voor de djihadisten zonder omwegen.

De volgende hadith zegt dat niemand naar deze aardse wereld wil terugkeren, behalve de martelaars opdat zij opnieuw kunnen sterven.

De Profeet zei: “Niemand die sterft en het goede van Allah vindt (in het Hiernamaals), wenst naar deze wereld terug te komen, zelfs als hem de hele wereld werd gegeven met alles daarin, behalve de martelaar, die bij het zien van de superioriteit van het martelaarsschap, naar de wereld wil terugkeren om opnieuw gedood te worden (voor de zaak van Allah)”. (Boechari, Djihaad, Volume 4, Boek 52, Nummer 53-55).

De martelaars krijgen in de islamitische hemel mooie hoeries of maagden met donkere ogen.

Zo worden ze genoemd [blanke vrouwen met donkere ogen] omdat als je naar hen kijkt je blik verstart en ook vanwege het intense zwart van hun irissen en intense wit van de buitenkant van hun ogen. .. . (Boechari, Djihaad, hoofdstuk 6)

De volgende hadith zegt dat het islamitische paradijs honderd verschillende standen kent die gereserveerd zijn voor de moedjahedien of djihadisten (let op de drie letters van de stam j-h-d in moedjahedien en djihaad).

Hij (de Profeet) zei: “Het Paradijs heeft honderd gradaties die Allah gereserveerd heeft voor de Moedjahedien die in zijn zaak vechten, en de afstand tussen ieder van de twee gradaties is als de afstand tussen de hemel en de aarde. Dus, wanneer je Allah (om iets) vraagt, vraag om al-firdaus dat het beste en hoogste deel van het Paradijs is.” (Boechari, Volume 4, Boek 52, Nummer 48)

Dit is reden genoeg voor een versufte en verwarde jonge djihadist-in-spé om zich aan te sluiten bij de zaak (oorlog) voor Allah.

De klassieke wetgeving

De sharia is de islamitische wetgeving zoals weergegeven in de koran en de hadith. Fiqh is de wetenschap van het toepassen en interpreteren van de sharia, die door gekwalificeerde rechters en wetgeleerden wordt uitgevoerd. In de loop van de eerste twee eeuwen na de dood van Mohammed in het jaar 632 na Christus, verschenen er vier belangrijke Soenni fiqh-scholen, geleid door de volgende geleerden: Shafi († 820), die hoofdzakelijk in Mekka, Arabië leefde maar in Caïro, Egypte werd begraven; Malik († 795), die in Medina, Arabië leefde; Aboe Hanifa († 767), die in Koefa, Irak leefde, en Ibn Hanbal († 855) die in Bagdad, Irak leefde.

Het volgende middeleeuwse handboek werd samengesteld door Ahmad ibn Naqib al-misri (†1368), ), Reliance of the Traveler: A Classic Manual of Islamic Sacred Law, ( herz. uitgave, vert. Nuh Ha Mim Keller, Beltsville, Maryland: Amana, 1994), samenvattend de uitspraken van de Shafi fiqh-school.

Onze beschouwing in dit onthullende handboek is beperkt tot zaken die de djihaad aangaan, die nauwkeurig de koran en de hadith volgen, (1) omdat ze kunnen worden toegepast door radicalen en nog steeds gevolgd worden door orthodoxe Soenni-islam; en (2) omdat vandaag de dag deze school zich geografisch bevindt in de brandhaarden van de islamitische wereld: hoofdzakelijk Saoedi-Arabië en Egypte, maar ook Palestina en Jordanië, “met een belangrijk aantal aanhangers in Syrië, Libanon, Irak, Hejaz [Westelijk Arabië], Pakistan, India en onder de Soennis in Iran en Jemen” (Oxford Dictionary of Islam).

Wat is het doel van de djihaad?

Al-Misri zegt dat de djihaad de godsdienst van de islam vestigt.

… Djihaad is oorlog tegen niet-moslims en stamt etymologisch van de moejahada af, en betekent oorlogvoering om een godsdienst te vestigen. (p. 599, o9.0)

Overeenkomstig de Shafi'i school moet de kalief diegenen bestrijden die geen mensen van het Boek of Zoroastriaans (een Perzische godsdienst) zijn, om hen te dwingen moslims te worden.

De kalief bestrijdt alle andere mensen totdat zij moslim worden. ... omdat zij geen mensen van het Boek zijn, noch als zodanig bevoordeeld zijn, en het is hen niet toegestaan zich te vestigen door het betalen van de privilegebelasting (djizja). (Volgens de Hanafi-school is het echter toegestaan om mensen van alle andere godsdiensten, zelfs afgodsdienaren, te laten leven onder de bescherming van de islamitische staat of zij nu moslim worden of privilegebelasting betalen. De enige uitzonderingen zijn afvalligen van de islam en Arabische afgodsdienaren; geen van beiden hebben een andere keus dan moslim te worden (p. 603, o9.9).

Het doel is dus mensen te dwingen om of moslim te worden of een belasting te betalen voor het “voorrecht” om het leven onder islamitische “bescherming,” dat wil zeggen dat zij niet opnieuw aangevallen zullen worden. Zij hebben drie keuzes: zich bekeren, vechten en sterven, of belasting betalen. Hoewel dit technisch geen gedwongen bekering is, komt dat er in de praktijk wel op neer wanneer er zich een moslimleger bevindt buiten de stadspoort. Zoals wij binnenkort zullen zien, krijgen niet-moslims meer “aanmoedigen” om zich te bekeren.  

Deze doeleinden onthullen geen verdedigingsoorlog, wanneer het doel is de islam in een gebied te vestigen waar het leven gezegend was zonder een godsdienst die alles excessief controleert.

Wat zijn sommige regels van de djihaad?

1. Vrouwen en kinderen zijn geen doel van de djihaad, behalve onder één voorwaarde.

Het is niet toegestaan om vrouwen en kinderen te doden, tenzij zij tegen de moslims vechten. (p. 603, o9.10)

De islam zou dit (of zou dit niet) doen uit een standpunt van rechtvaardigheid, maar zoals wij hieronder zullen zien, worden de vrouwen en kinderen wel tot slaven gemaakt of in slavernij verkocht. Er dient dus rekening gehouden te worden met een economische motief om hen te laten leven. Niets is puur vreedzaam en rechtvaardig in de islam, zonder een angel aan het eind van een wet of een vers uit de koran.

Deze wet is rechtvaardiger dan de praktijk van de hadith die nachtelijke aanvallen toestaat en die het leven van vrouwen en kinderen op het spel zet. Het schijnt dat deze latere rechter rechtvaardiger is dan Mohammed en de eerste generatie moslims. Moslims zouden deze rechter moeten volgen, in plaats van de stichter van de islam.

2. Vrouwen en kinderen worden verkocht in slavernij.

Wanneer een kind of een vrouw gevangen wordt genomen, worden zij slaven door het feit van gevangenneming, en het vorige huwelijk van de vrouw wordt onmiddellijk teniet verklaard. (p. 604, o9.13)

Dit betekent dat de “generositeit” van het niet-doden wordt omgezet in de lichtere straf van slavernij. De islam zou positiever beoordeeld worden als ze deze harde regel (en vele anderen) niet hadden. Het is waar, dat slavernij wereldwijd voorkwam, maar de islam legt het vast in een godsdienstige wet, gebaseerd op de koran en het voorbeeld van Mohammed.

Wat gebeurde er met de wet dat djihadist-helden vrouwelijke gevangenen mochten verkrachten, dan wel volledig of door het bedrijven van coïtus interruptus? Schaamt al-Misri, de rechter die het Shafi'i handboek schreef, zich voor deze hadith? (zie het vorige gedeelte, nr. 2) Is deze praktijk één met de djihaad? Wat het geval ook mag zijn, één ding is zeker: het wettige handboek verbiedt deze afschuwelijke immoraliteit niet.

Hoe kan dit nu een bevestiging zijn dat de islam een godsdienst van vrede en rechtvaardigheid is?

3. Wanneer een vijand gevangen is genomen, heeft de kalief vier opties:

Wanneer een volwassen man gevangen is genomen, … overweegt de kalief de belangen ... van de islam en moslims en beslist tussen de dood van de gevangene, slavernij, vrijlaten zonder enige betaling, of vrijlaten in ruil voor geld of te ruilen voor een moslimgevangene die door de vijand wordt vastgehouden. (p. 604, o9.14)

Volgens de hadith, mogen djihadisten gevangenen slaan, en volgens de vroegste biografie van Mohammed, martelde hij een man om informatie te verkrijgen. Blijkbaar, is deze Shafi’i wet een verbetering op de originele islam en zijn stichter.

4. Maar als de gevangene zich tot de islam bekeert terwijl hij gevangen is, dan wordt één keuze verwijderd:

Als de gevangene een moslim wordt. .. voordat de kalief één van de vier opties kiest, dan mag hij niet gedood worden en moet één van de andere drie alternatieven wordt gekozen ( ibid)

Het voorkomen van de dood, zelfs voordat de gevangene weet welk alternatief voor hem wordt gekozen, is een krachtige aansporing om je “vrijwillig” tot de islam te bekeren.

5. Het voorkomen van militaire diefstal van zijn bezittingen en kleine kinderen is eveneens een krachtige motivatie van een gevangene om zich “vrijwillig” tot de islam te bekeren:

Elke gevangene die zich tot de islam bekeert, mag niet gedood worden en zijn bezittingen mogen niet geconfisqueerd worden en zijn jonge kinderen mogen niet gevangen worden genomen . (p. 604, o9.13)

Iedereen heeft dikwijls gehoord dat de islam geen bekeringen afdwingt. Blijkbaar geldt deze beschrijving alleen wanneer een zwaard direct boven de nekken van de gevangenen hangt. Deze beschrijving is onjuist. Mensen werden letterlijk gedwongen zich te bekeren, tenzij zij bereid waren om af te zien van al hun goederen en hun “jonge kinderen” . Alleen de allersterksten zouden zich in deze situatie tegen deze dwang kunnen verweren, met als het ware, het zwaard van Mohammed boven hun hoofd – hij had er verscheidene en gaf hen zelfs bijnamen.

6. Oude mannen en monniken mogen worden gedood:

Het is toegestaan om oude mannen (een oude man (sjeik) is iemand ouder dan veertig jaar) en monniken te doden. (ibid.)

In de latere oudheid en in de middeleeuwen was de levensverwachting veel lager dan vandaag, zodat een veertig jaar oude man niet als jong gezien moet worden. Ook is het doden van monniken onjuist. Dit is in tegenstrijd met de wet die zegt de mensen van het Boek mogen blijven leven.

7. Fruitbomen en huizen mogen worden vernietigd.

Deze wet is niet erg vreedzaam voor een godsdienst die beweert dat de koran direct van Allah kwam en dat Mohammeds leven direct geleid werd door zijn godheid:

Het is toegestaan om de bomen van de vijand neer te kappen en hun woningen te vernietigen. (p. 604, o9.15)

We moeten niet verrast zijn over deze uitspraak, aangezien Mohammed zelf begon met het neerkappen de bomen en het vernietigen van de huizen van de joodse Nadir-stam voordat hij hen verbande (soera 59:5).

8. De drie keuzes worden opgelegd aan de mensen van het Boek. In dit uittreksel, zijn de haakjes toegevoegd:

De kalief (1) maakt oorlog met de joden, christenen en zoroastrianen... op voorwaarde dat hij (2) …. hen heeft uitgenodigd zich tot de islam te bekeren, en (3) als zij dat niet doen, hen uit te nodigen tot de sociale orde van de islam door de niet-moslim hoofdelijke belasting te betalen (djizja) .. . en (1) doorgaan met de oorlog totdat (2) zij moslim worden of (3) anders de niet-moslim hoofdelijke belasting te betalen. (p. 602, o9.8)

De passage in het handboek citeert de koran in soera 9:29, de bron van de drie keuzes.

9. Zoals vermeld in de hoofdstuk “Het doel van de djihaad”, wordt iedereen die niet tot de mensen van het Boek behoort, bestreden totdat zij moslims worden.

De kalief bestrijdt alle andere stammen totdat zij moslims worden. (p. 603, o9.10)

Deze passage zegt dat sommige wetscholen het toestaan dat niet-Arabische afgodsdienaren djizjabelasting betalen, zonder dat zij zich behoeven te bekeren tot de islam, maar de Shafi'i-school, die we hier beschouwen, zegt dat zij zich moeten bekeren of sterven. Waarom zouden terroristen vandaag de dag niet de strengste rechtsschool toepassen, vooral wanneer het een overheersende rol speelt in hun geografisch gebied; Irak ( Soennis), Saoedi-Arabië en Palestina?

Wat gebeurt er met de buit in de djihaad?

De buit wordt verdeeld in vijf delen.

…Het eerste vijfde deel wordt terzijde gezet [voor de staat]….en het resterende viervijfde wordt verdeeld, één deel voor elke infanterist en drie delen voor elke cavalerist. Van dit viervijfde gedeelte wordt een symbolische betaling gegeven ter discretie van de leider aan de vrouwen, kinderen, en aan niet-moslims die meegevochten hebben aan de kant met de moslims (p. 606, o10.1)

Zoals eerder vermeld in het hadithgedeelte, claimt de islam weggedaan te hebben met de klassenstructuur, maar in werkelijkheid worden deze regels in leven gehouden. Alleen de rijken en hogere klassen konden er een paard op na houden voor de strijd, en cavaleristen waren er gewoonlijk veel minder dan de infanteristen. De cavaleristen krijgen echter een veel groter gedeelte dan de in rang lagere infanteristen. Hoe kan dit nu gelijkheid zijn?

Het eerste vijfde gedeelte van de buit gaat naar de staat, en het wordt verdeeld overeenkomstig de behoeften in een welzijnsstaat, zoals aan de armen en wezen. Het kan ook gebruikt worden voor de opbouw van “islamitische belangen zoals het versterken van de verdedigingsgrenzen, salarissen voor islamitische rechters, gebedsoproepers, en dergelijke” (p. 606, o10.3).

Oorlogsbuit is een krachtige aansporing voor de armen en ontheemden om geld te ontvangen door zich bij een godsdienst aan te sluiten die nieuwe gebieden verovert, zelfs als de veroverde mensen niet begonnen met een oorlog tegen de islam. Als iemand naar een reden zoekt voor de groei van de islam, behoeft hij of zij niet verder te kijken – alhoewel andere factoren eveneens een rol speelden, zoals het verzwakken van de Byzantijnse en Perzische imperia.

De islam werd niet verspreid door een simpele verkondiging van het woord zonder dat er een leger achter de hand gehouden werd.

Wat gebeurt er met martelaars in de djihaad?

Het Shafi’i handboek citeert een hadith:

Een man zei: “O boodschapper van Allah, zullen mijn zonden vergeven worden als ik gedood wordt, in de overtuiging en verwachting van de beloning van Allah, door voorwaarts te gaan en niet terug te trekken?” Hij antwoordde: “Ja, maar niet je schulden.” (p. 667, p20.3 (3)).

Het is onduidelijk hoe Allah de schulden van een djihadist kwijtscheld, maar misschien impliceert het één of andere graad van straf voor hem in het leven hierna, of een financiële last voor zijn familie in hun aardse leven. Regel o9.5 (1) (p. 602) zegt dat een crediteur zijn schuldenaar toestemming mag geven te vechten, zodat de hadithpassage niet erg nauwgezet nagevolgd wordt.

Wat nog belangrijker is, deze passage garandeert de djihadisten vergiffenis van zonden en een roltrap naar de hemel. Dit is reden genoeg voor versufte en verwarde jonge moslimmannen om de djihaad aan te gaan tegen ongelovigen.

Voordat we naar de christelijke antwoord gaan op deze wreedheden, moeten we naar de inhoud kijken van de laatste drie gedeelten.

De hadith en de Shafi’i-school volgen de koran nauwkeurig. Alle drie bronnen staan onrechtvaardigheden in de djihaad toe. Moslimsoldaten mogen gevangen vrouwen verkrachten en tot slaaf maken. Mannelijke vijanden kunnen geëxecuteerd worden. Tijdens nachtelijke aanvallen is het toegestaan om vrouwen en de kinderen te doden, op voorwaarde dat dit niet met opzet is. Echter, wat zegt dit over Mohammeds capaciteit om de rechtgeleide te zijn in leven-en-dood zaken in een djihaad?

Djihadisten mogen huizen vernietigen en fruitbomen van een hele stam, in dit geval de Nadir-stam. Betekent dit dan dat zij ook huizen en de fruitbomen van andere vijanden mogen vernietigen? De koran, de zuivere openbaring van Allah, zegt dat dit mag. Bij analogie mogen de moslimsoldaten dit ook doen bij andere vormen van burgerlijke bezittingen als dit hen helpt het conflict te winnen. Mohammed zou een openbaring hebben moeten ontvangen die dit exces tegenspreekt.

Materieel gewin is een overtuigende reden voor het voeren van djihaad. De veroverde gebieden vallen onder de controle van de djihadisten en zij mogen het houden. Als iemand naar een reden zoekt voor de verspreiding van de islam, dan is dit er zeker één, (hoewel ook andere redenen zijn, zoals het volgen van de wil van Allah). De zojuist veroverden hebben de optie zich te bekeren, waarbij zij gedwongen worden een “liefdadigheid” of zakaatbelasting te betalen die eerder alleen moslims moesten betalen. Of hen wordt toegestaan om in de bijbel te blijven geloven door een djizja of de hoofdelijke belasting te betalen (soera 9:29). Toegegeven, men beweert vaak dat de djizja minder is dan de gedwongen “liefdadigheid” of zakaatbelasting, maar in ieder geval blijft geld stromen naar de islamitische schatkist.

Waarom zou Mohammed ook een openbaring krijgen dat deze geldstroom moet ophouden?

Het christendom

Jezus en de eerste kerk hebben nooit een heilige oorlog geleid tegen mensen in Israël of in de Grieks-Romeinse wereld die weigerden zich te bekeren of zich te onderwerpen aan hun nieuwe godsdienst, en evenmin legde hij noch zijn kerk een “niet-bekering”-belasting aan hen op.

Dus zijn de drie vragen verwijderd of gewijzigd en in plaats daarvan worden andere gesteld.

Wie zijn en wat gebeurt er met christelijke martelaars?

Matteüs 5:10; 10:39; 19:29 spreekt van het neerleggen van je eigen leven en het opgeven van je bezittingen. Deze verzen roepen Jezus’ discipelen op om bereid te zijn om alle materiele bezittingen voor het koninkrijk van God op te geven en hun leven neer te leggen vooral op een geestelijke manier en indien nodig, in een wrede en fatale vervolging, ook fysiek. Maar de verzen worden niet gevonden in de context van een bloedige godsdienstige oorlog.

Jezus roept eerder zijn discipelen op om hun kruis op te nemen en hem te volgen (Matteüs 10:38, 16:24; Marcus 8:34; Lucas 9:23, 14:27), maar hij zegt ook dat zij dit dagelijks moeten doen (Lucas 9:23). Het beeld van het kruis betekent dat zij hoe dan ook Jezus moeten volgen, op een dagelijkse basis die het eenmalige aardse martelaarsschap uitsluit; integendeel het “dagelijkse martelaarsschap” is zonder ophouden. Een verwrongen passie voor de fysieke dood komt niet naar voren in die passages van het nieuwe testament binnen de context van qital of djihaad.

Het is ook waar dat sommige van de eerste christenen als martelaar geleden hebben, maar nooit met een oorlog als oorzaak; in plaats daarvan werden zij vervolgd en ter dood gebracht omdat de toehoorders en de plaatselijk autoriteiten zich voelden aangesproken door hun boodschap, niet omdat de christenen “vochten op Gods aanwijzingen: zij doden en worden gedood” (soera 9:111). Stefanus is het goed voorbeeld daarvan en is de eerste martelaar in het christendom (Handelingen 6:8-8:1). Hij werd gestenigd tot aan de dood toe omdat hij de waarheid sprak, niet omdat hij mensen onthoofde in een veldslag achtereenvolgens door een vijand die hem stiekem van achteren had beslopen. Hij was al zeker van zijn plaats in de hemel voordat hij predikte of stierf, omdat Christus hem gered had door zijn “martelaars”-dood aan het kruis.

Het is waar dat de opgestane Christus martelaarsschap voorspelde voor enkele van zijn volgelingen in de kerk in Smyrna (Openbaring 2:10), maar zij begonnen geen oorlog; zij werden wreed en tot in de dood vervolgd. Bovendien begon deze nieuwtestamentische kerk na hun dood niet met het oprichten van een leger om een djihaad te voeren tegen hun achtervolgers (zoals Mohammed tegen zijn Mekkaanse vervolgers deed). Het is beter om gedood te worden en je executeur lief hebben te hebben dan de executeur in woede te doden. Dit staat in scherp contrast tot Mohammeds misvatting dat de woede van zijn moslims tegen de vijand zal afnemen als zij hen bestrijden (soera 9:15).

Het is ook waar dat sommige latere christenen zelfs het martelaarsschap opzochten, niet in een conflictsituatie, maar om roem. Zij werden terecht berispt door de autoriteiten van de kerk. Het volgende kan niet vaak genoeg herhaald worden omdat het lijnrecht staat tegenover de islamitische doctrine van redding: alleen het “martelaarsschap” van Christus is een garantie voor de gelovige voor een plaats in de hemel; alleen zijn goede werk aan het kruis opent de weg naar God. Christenen hebben dus geen psychologische aansporing nodig om zelfmoord te plegen of op een slagveld gedood te worden om de hemel te bereiken. Hij hoeft alleen maar in Christus te vertrouwen.

Vandaar dat het te koop aanbieden van het martelaarsschap volledig vreemd is  voor toegewijde christenen, zelfs voor voormalige christenen die niet langer geloven. Christenen willen de hemel, en zij worden hiervan verzekerd door de plaatsvervangende dood van Christus, zodra zij de heilige Geest ontvangen die leven geeft, niet Gabriël zoals beweerd wordt in de islamitische theologie.

Is het christendom een strijdende godsdienst ?

Jezus en zijn discipelen keerden de wereld gedurende de eerste drie eeuwen ondersteboven door een eenvoudige verkondiging van het woord, niet door mensen af te slachten met het zwaard (of te dreigen met het zwaard) die het niet met hun eens waren. Het oorlogspad van keizer Constantijn in de vierde eeuw en de middeleeuwse kruisvaarders bepaalden niet het oorspronkelijke wezen van het christendom van het nieuwe testament.

Daartegenover is Mohammed grondlegger van de islam, en hij zegt dat de dood van een martelaar voor de zaak van Allah (zaak = oorlog) de hemel garandeert. Het contrast tussen de twee godsdiensten is sterk.

Voor meer informatie over de christelijke kruistochten en de islamitische kruistochten zie dit artikel.

De weg die Christus aangeeft leidt naar leven en licht; die van Mohammed leidt naar dood en duisternis.

Hoe zit dat met de oorlogen in het oude testament?

Deze vraag wordt uitgebreid besproken in dit artikel, maar het korte antwoord volgt hier.

Allah en de ware God zijn twee verschillende werelden als het over oorlog gaat.

(1) De historische spanwijdte van de geschiedenis van de koran en de bijbel moet in overweging worden genomen. In de islam leefde Mohammed slechts tien jaar in Medina (van 622-632). In deze korte tijd voerde hij, direct of indirect, vierenzeventig aanvallen, expedities, of volledige oorlogen uit. Zij varieerden van kleine moordploegen om een ieder die hem beledigde uit de weg te ruimen, tot een islamitische kruistocht waarin Mohammed 30.000 djihadisten leidde tegen Byzantijnse christenen.

In tegenstelling daarmee, omvatten de boeken van oude testament ongeveer 1400 honderd jaren vóór Christus, en in het merendeel van die jaren stuurde God de leiders niet uit om oorlog te voeren. Bijvoorbeeld, alleen al het boek Rechters zegt dat de mensen gedurende vele decennia vrede genoten tijdens het bestuur van iedere rechter die geroepen werd om agressie af te wenden. Op het moment dat dat gebeurt was, heerste er meer dan tien jaar vrede.

Volgens de koran en de islamitische geschiedenis dwong Allah Mohammed dikwijls in zijn tien jaar om te vechten, maar volgens de bijbel en de bijbelse geschiedenis voerde de ware God, gedurende de 1400 jaar van Israëls bestaan, lang niet zoveel oorlogen per jaar.

(2) Helderheid kenmerkt de goddelijke bevelen over oorlog in de Hebreeuwse geschiedenis, maar dat is niet zo in de islamitische. In het oude testament gaf de ware God bevelen om specifieke inwoners te vernietigen, zoals bijvoorbeeld in Sodom en Gomorra (straffen die koran ook onderschrijft) of de steden in Kanaän – strenge bevelen weliswaar, maar als dergelijke bevelen worden gegeven, moeten zij helder zijn.

Aan de andere kant, sluit Mohammed het éne verdrag na het andere met de polytheïsten in Arabië. Bijvoorbeeld, in het jaar 628 na Christus ondertekende hij onder Allah’s leiding, het verdrag van Hoedaibia met de Mekkaanse polytheïsten, maar dan bedenkt hij één of andere reden om het verdrag te verbreken. Tenslotte, in soera 9:1-5, verbreekt hij eenzijdig andere verdragen die hij met polytheïsten had gemaakt, maar in enkele gevallen houdt hij zich aan zijn afspraken. Is dat nu helderheid en leiding?

Dus, de ware God is helder en stabiel in zijn strenge, goddelijke bevelen, terwijl Allah in zijn strenge bevelen onduidelijk en veranderlijk is. Dit is belangrijk omdat Allah de indruk wekt dat hij zijn weg aan het aftasten is, terwijl God niet van mening verandert.

(3) Wie wordt aangevallen? In de b ijbel, gebiedt de ware God alleen oorlog tegen de Kanaänieten die te ver waren afgedwaald. Veronderstel, in tegenstelling tot de feiten, dat een buurvolk van Israël bestond uit ethische monotheïsten. Zou de ware God een oorlog tegen hen bevelen? Als we abstract zouden redeneren, wordt het antwoord gevonden in het boek Jona. Hij predikte in Ninevé, honderden kilometers verderop, en de inwoners van deze stad waren noch afgedwaalde Kanaänieten noch monotheïsten. God begon geen oorlog tegen Ninevé ondanks het feit dat ze polytheïsten waren. Jona predikte goed nieuws. Zou God niet des temeer een monotheïstisch volk ontzien? De enige reden dat God na de uittocht opdracht gaf tot deze oorlogen, was om een klein en specifiek land te zuiveren (zie nr. 4, hieronder). Hij verordende geen veroveringsoorlogen buiten Israël om het jodendom te verspreiden over de toen bekende wereld. En als het jodendom werd verspreid, werd het gedaan door het woord, zoals we kunnen zien in het roeping van Jona.

Aan de andere kant, Mohammed voerde oorlog tegen polytheïsten, en moslims geloven dat deze polytheïsten moreel ook te ver waren afgedwaald. Maar Mohammed viel ook joden en christenen aan, die monotheïstisch zijn. Bijvoorbeeld in het jaar 630 na Christus voerde hij een islamitische kruistocht tegen het Byzantijnse rijk. De Byzantijnen kwamen nooit opdagen en Mohammed geloofde het valse gerucht dat zij een groot leger samenbrachten om Arabië binnen te vallen. Maar tijdens zijn tocht sloot Mohammed overeenkomsten met Arabische christenen en joden dat zij niet opnieuw door hem zouden aangevallen worden. Allah verordende veroveringsoorlogen buiten Arabië om de islam door militaire kracht te verspreiden. Mohammed en zijn godheid wilden of bekering (de bekeerden betaalden een gedwongen “liefdadigheid” of zakaatbelasting) of geld in de vorm van een djizjabelasting van de niet-bekeerden. In ieder geval, geld stroomde terug in de Arabische islamitische schatkist.

Afgezien van de aanvallen op polytheïsten, tonen Mohammeds aanvallen op de monotheïsten, binnen en buiten Arabië zonder twijfel aan dat Allah en God als het op oorlog aankomt, totaal verschillend zijn.

(4) Geografie is een factor. God vertelde de oude Hebreeërs om Kanaän te reinigen, maar niet de omringende naties. Om punt in nr. 3 te herhalen, na de uittocht was de enige reden voor deze oorlogen om een klein en specifiek land te zuiveren. God verordende niet de verovering van grote gebieden ver van Israël om het Jodendom te verspreiden. Het is waar dat koning David en koning Salomo de grenzen van Israël uitbreidden, maar deze kleine natie is de grootte van New Jersey, één van de kleinste staten in de V.S. Vergelijk deze tijdelijke uitbreiding eens met Assyrië, Babylon of het Egyptische imperium. Vergelijk dit eens met het islamitische imperium dat zich na de dood van Mohammed in het jaar 632 na Christus binnen een paar decennia uitstrekte van Spanje tot India.

In tegenstelling daarmee, kunnen moslims beweren dat Allah Mohammed vertelde om Arabië van polytheïsten te reinigen, maar Allah vertelt zijn profeet en zijn opvolgers ook dit gebied uit te breiden door andere gebieden, als de Perzische en Byzantijnse imperia te veroveren en de stad Jeruzalem. Het oude Israël had dus een volledig andere roeping die specifiek met hun land verwant was, dat geografisch klein is, terwijl de islam oorlog voerde met volkeren ver weg, ver voorbij Arabië.

Het is onmogelijk om het belang van “het land” in de bijbelse geschiedenis te overdrijven. God wilde slechts een specifiek land zuiveren, niet een wereldwijde verovering. Maar Allah voerde oorlog met de hele wereld.

In ieder geval is voor christenen echter, dit debat over de verschillen aangaande oorlog tussen Allah en God puur academisch. Zij geloven dat de eerste komst van Jezus Christus, 600 jaar voor Mohammed, een nieuw tijdperk van redding inleidde, een weg naar de ware God, beter dan de weg van het oude testament en véél beter dan die van de koran. Dus de oorlogen van Mohammed op de  polytheïsten, die zo veel later in de geschiedenis kwamen nadat Jezus een betere weg toonde, waren van het begin af aan verkeerd.

Christenen eren het oude testament en beschouwen het geïnspireerd, maar tegelijkertijd erkennen zij dat het geschreven was voor zijn eigen tijd; zij geloven ook dat Christus het vervulde, en daarom staan zij boven instructies met betrekking tot dieroffers, dieetbeperkingen, en oorlogen over geopolitieke “heilige” plaatsen als Jeruzalem. Keizer Constantijn en de middeleeuwse kruisvaarders zijn niet de funderingen van het christendom; alleen Christus is dat.

Jezus verhief zijn visie ver boven Jeruzalem of andere heilige plaatsen. Hij heeft de hele wereld lief en hij wil het voor zijn zaak en zijn geestelijk koninkrijk winnen, ziel voor ziel en alleen door verkondiging van het woord, niet door het voeren van oorlog tegen ongelovigen of tegen hen die godsdienstig misleid zijn, zoals de ongelovigen die Mohammed afslachtte. Het ware monotheïsme heeft geen zwarte steen nodig slechts omdat eeuwenlang er ongelovigen omheen liepen voordat Mohammed het veroverde. Het ware monotheïsme heeft geen stad of een aardse heilige plaats nodig. Het christendom kijkt uit naar het hemelse Jeruzalem (het boek Openbaring) of de stad van God (Augustinus).

Als de V.S. een christelijke natie is, waarom voert het dan oorlog?

Ik heb tenminste twee e-mails gekregen van moslims die erop wijzen dat Amerika, een “christelijke” natie, het zwaard gebruikt, dus wie ben ik om erover te spreken? Ten eerste moeten wij het probleem van het definiëren van de V.S. als “christelijk” terzijde leggen. In plaats daarvan, moeten we opmerken dat deze vergelijking meer dan 1400 jaar (vóór Christus) en vervolgens 2000 jaar (na Christus) geschiedenis overbrugt. Het is veel zinvoller om de stichter van een godsdienst en zijn heilige teksten met de stichter van een andere godsdienst en zijn heilige teksten te vergelijken. Jezus en Mohammed moeten met elkaar worden vergeleken, niet Mohammed en de overheid van de V.S. Mohammed beweert directe inspiratie van God; de overheid van de V.S. doet dat niet.

Wanneer de juiste vergelijking wordt gemaakt, dan komen grote verschillen aan het licht. De stichters van de twee godsdiensten verschillen dag en nacht van elkaar.

Daarbij komt dat sinds de Verlichting (circa 1600-1800), de rede heeft het Westen beïnvloed. Het oorspronkelijke christendom leert menselijke waardigheid. De menselijke rede is het daar mee eens. Bijvoorbeeld, hier is wat het Verdrag van Genève over de behandeling van vrouwen tijdens een oorlog zegt:

Vrouwen moeten worden beschermd tegen iedere aanval op hun eer, met inbegrip van verkrachting, gedwongen prostitutie, of iedere vorm van onfatsoen. Ook mogen vrouwen niet gediscrimineerd worden vanwege hun geslacht.

Dit is een vooruitgang op de koran en hadith. De koran “annuleert” huwelijken zodat djihadisten seksuele omgang kunnen hebben met gevangen vrouwen of hen tot slaven kunnen maken, en de hadith staat de djihadisten eenvoudig toe om seksuele omgang met hen te hebben, als hun eigen bezit.

Conclusie

Voor tenminste de eerste drie eeuwen na de opstanding van Jezus, keerde de kerk de wereld ondersteboven, alleen door verkondiging van het woord. De eerste christenen hadden geen legers om de polytheïsten aan te vallen, om hun tempels te vernietigen, of om joden te dwingen zich te bekeren. Zij voerden geen christelijke djihaad. Was de kerk dan perfect? Niemand is. Maar Jezus bepaalde de koers voor zijn wereldwijde beweging, en hij koos de weg van goddelijke vrede en liefde. En het schoot wortel en verspreidde zich als een door God aangewakkerd vuur.

Jezus had nooit een leger, zelfs niet een groepje soldaten, om ongelovige en dwarsliggende mensen aan te vallen. In het gedeelte over Satan die Jezus probeerde te verleiden (Matteüs 4:1-11 en Lucas 4:1-13), toont Satan Jezus de hele wereld en alle koninkrijken. Satan belooft hem alles. Ongetwijfeld omvatte dit ook militaire verovering en grote rijkdom. Jezus wees het af en berispte de duivel. Daarom, als het oorspronkelijke christendom wordt nagevolgd, zullen vrouwen niet verkracht worden tijdens militaire veroveringen. Mensen mogen hun bezittingen houden. Gedwongen belastingen na een militaire verovering, ook een godsdienstige belasting (zakaat), een pijler in het islamitische geloof, wordt niet opgelegd. Van de positieve kant gezien, verspreidde Jezus en alle discipelen de boodschap van het koninkrijk alleen door verkondiging van het woord. Constantijn en de middeleeuwse kruisvaarders zijn niet de grondvesters van het christendom, zij bepalen dus niet de grondbeginselen.

Maar Jezus en zijn vroege kerk keerden de wereld ondersteboven met hun boodschap en vreedzame verspreidingsmethode.

Dit toont aan dat de ware God achter de goddelijke messias en zijn boodschap stond. Dit toont aan dat het bericht van Christus aantrekkelijk was en aansprak.

In tegenstelling daarmee, gedurende de eerste drie eeuwen en vele meer na de dood van Mohammed door een koortsaanval in het jaar 632, verspreidde de islam zich alleen maar door een leger vlakbij of op de achtergrond. Mohammed legde de fundering van de islam, en was direct en indirect betrokken bij vierenzeventig overvallen, expedities of volledige oorlogen. De legers stormden vanuit Arabië en veroverden steden langs de Tigris en de Eufraat, evenals steden richting Middellandse Zee, zoals Jeruzalem in het jaar 638. Daarna verspreidde de islam zich met militaire macht voorbij deze gebieden.

Niemand kan precies voorspellen hoe ver de islam zich zou hebben verspreid als het, zonder legers, alleen maar het woord had verkondigd. Maar de veronderstelling is dat het zich niet zeer ver zou hebben verspreid. Want zodra de Arabische stammen hoorden dat Mohammed dood was, kwamen velen van hen in opstand tegen de islam en wilden er niets meer mee te maken hebben. De wereld zou de islam positiever hebben beoordeeld als het geen militaire djihaad had gebruikt als middel om Allahs godsdienst te verspreiden over de wereld. Maar het maakte wel gebruik van djihaad.

Dit impliceert dat de ware God niet achter deze menselijke sterveling en zijn boodschap stond (soera 3:144). Dit toont aan dat de boodschap van Mohammed onaantrekkelijk en te beperkend was, zoals het verplichte gebed vijf keer per dag of een gedwongen bedevaart naar een zwarte steen. Dit heeft het ware monotheïsme niet nodig.

Aan de andere kant, Mohammed is de grondlegger van de islam en hij wil de gehele wereld, indien nodig door verovering. Deze verovering staat onrechtvaardigheden toe. Zij komen in de koran tot uiting, in zijn woorden en in richtlijnen van de hadith.

De martelaars in de vroege kerk van Jezus Christus leden vanwege hun heiligheid en omdat de goddeloze autoriteiten zich door hun verkondiging beledigd voelden. Zij stierven niet in een heilige oorlog. Zij gingen naar de hemel vanwege het unieke “martelaarsschap” van Christus aan het kruis; eens en voor altijd.

Dit is juist.

Een moslimmartelaar die sterft in een heilige oorlog gaat direct naar het paradijs met zijn honderd verschillende rangen. Mohammeds martelaars werden opgeroepen om het sterven in een heilige oorlog die zij dikwijls veroorzaakten om de islam te verbreiden.

Dit is verkeerd.

Welke godsdienstige weg leidt tot ware vrede?

De weg van Jezus leidt tot leven. De weg van Mohammed leidde tot de dood.

Supplementair materiaal

Dit artikel van een islamitische website citeert meestal van de Mekkaanse soera’s (hoofdstukken) in de koran, toen Mohammed nog niet sterk genoeg was om een heilige oorlog te voeren, zodat hij wel gedwongen werd om een meer vreedzame koers te volgen. En de paar Medinaanse soera’s die de schrijver aanhaalt waarin Mohammed agressief werd, worden afgehandeld door Mohammeds bewering dat hij en zijn medemoslims van het begin af aan door de Mekkanen werden vervolgd, ondanks het feit hij in Medina woonde, meer dan driehonderd kilometer verwijderd van Mekka. Maar dit is ofwel onjuist ofwel overdreven ofwel zijn eigen schuld.

Dit korte artikel van een website dat onder auspicie van de universiteit van Zuid Californië werd gepubliceerd, zegt dat de djihaad ofwel defensief ofwel aanvallend is, maar dat de aanvallende djihaad alleen gevoerd wordt om tirannie te onderdrukken. Dit is nonsens. Djihaad mag ook worden gebruikt om de islam over de wereld te verspreiden, zelfs als dit een fysieke oorlog tot gevolg heeft. De geschiedenis toont dit aan. Het zegt eveneens ten onrechte dat vrouwen en kinderen geen doel op zich zijn, maar de hadith zegt dat zij wel doel kunnen worden gedurende een nachtelijke inval wanneer het zicht beperkt is. Vrouwen mogen ook verkracht worden of worden verkocht als slaaf als seksueel object. Het zegt tevens impliciet dat alleen de middeleeuwse kruisvaarders een aanvallende djihaad voerden. Maar men gaat voorbij aan de islamitische kruistochten die plaatsvonden lang vóór de christelijke kruistochten.

Hier is een artikel dat de twee kruistochten met elkaar vergelijkt.

Dit moslim online boekje is gericht tot jonge moslims. Het analyseert de djihaad in de koran, de hadith, en rechtsuitspraken, en komt tot de conclusie dat ook een fysieke strijd daartoe behoort. Hier volgt een zeer belangrijke citaat:

Mensen hebben dit gedurende enige tijd geridiculiseerd maar vandaag de dag erkennen diezelfde mensen dat de voorbereiding voor een oorlog de zekerste manier voor vrede is! Allah verordende niet de djihaad voor de moslims als middel tegen onderdrukking of tirannie of opdat het door sommigen voor eigen voordeel kan worden gebruikt. De djihaad wordt veelmeer toegepast ter bescherming van de opdracht van het verspreiden van de islam. Dit zal vrede waarborgen en de wijze om de ultieme boodschap tot uitvoer te brengen. Dit is een verantwoordelijkheid die moslims hebben, deze boodschap leidt de mensheid tot waarheid en rechtvaardigheid. Voor de islam draagt een heilige oorlog bij tot de vrede…

Dus, de djihaad wordt gebruikt om de islam agressief en aanvallend over de wereld te verspreiden.

Dit artikel over de djihaad bespreekt de veelvoudige definities van de term, afhankelijk van de context. Het argument in dit artikel gaat echter over een agressieve en fysieke djihaad, want hierin worden mensen gegeseld en wordt er kwaad aangedaan. Djihaad mag dan defensief gebruikt worden om tirannie te bestrijden, maar zoals eerder aangegeven, “tirannie” kan alles betekenen dat de islam in de weg staat, één van de meest tirannieke godsdiensten die deze wereld ooit heeft gezien. De andere betekenissen die vreedzaam zijn, hinderen mensen noch materieel noch psychisch.